
Jurisprudentie
AA5823
Datum uitspraak2000-05-17
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers38452
Statusgepubliceerd
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers38452
Statusgepubliceerd
Uitspraak
ECHTSCHEIDING C.A.
BESCHIKKING
van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, enkelvoudige familiekamer, in de zaak van:
[de man] ,
wonende te Harkema,
hierna ook te noemen de man,
procureur mr. I.M. Verhaar,
tegen
[de vrouw],
wonende te Harkema,
hierna ook te noemen de vrouw,
niet in rechte verschenen.
PROCESGANG
De man heeft de rechtbank verzocht tussen de echtgenoten voornoemd de echtscheiding uit te spreken. Er is door de man ook een nevenvoorziening gevraagd.
Aan de rechtbank is gevraagd het echtscheidingsconvenant in deze beschikking op te nemen.
De vrouw heeft binnen de daarvoor gestelde termijn geen verweerschrift ingediend.
RECHTSOVERWEGINGEN
Gelet op de aanwezige bescheiden overweegt de rechtbank als volgt.
Vast staat:
de echtgenoten zijn met elkaar gehuwd in algehele gemeenschap van goederen;
zij zijn Nederlanders;
hun huwelijk is duurzaam ontwricht;
zij oefenen het ouderlijk gezag uit over de in het verzoekschrift genoemde minderjarige.
Het verzoek tot echtscheiding is als niet onrechtmatig of ongegrond toewijsbaar.
De echtgenoten hebben de gevolgen van de ontbinding van hun huwelijk geregeld in een door hen ondertekend echtscheidingsconvenant. De rechtbank is gevraagd dit convenant op te nemen in deze beschikking. Nu het hier een verzoek betreft dat voldoende samenhang vertoont met het scheidingsverzoek en behandeling in het kader van deze procedure niet tot vertraging daarvan leidt, acht de rechtbank het verzoek voor toewijzing vatbaar.
De proceskosten zullen als volgt worden gecompenseerd, nu het een procedure tussen echtgenoten betreft.
BESLISSING
De rechtbank:
spreekt tussen de echtgenoten, die op 14 juni 1991 in de gemeente Achtkarspelen met elkaar zijn gehuwd, de echtscheiding uit;
veroordeelt de vrouw en de man, de een tegenover de ander, tot naleving van de door hen getroffen onderlinge vermogensrechtelijke regelingen, zoals opgenomen in het door hen ondertekende convenant dat in door de griffier gewaarmerkte fotokopie aan deze beschikking is gehecht en daarvan deel uitmaakt;
compenseert de proceskosten aldus, dat elk der echtgenoten de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven te Leeuwarden door mr. J.D.S.L. Bosch, lid van voormelde kamer, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 mei 2000, in tegenwoordigheid van de griffier.
c:22